De aandelenmarkten in New York zijn vrijdag met dieprode koersenborden de week uitgegaan. Beleggers kregen tegenvallende cijfers over onder meer de Amerikaanse industrie en detailhandel te verwerken en Intel kwam met zwakke vooruitzichten. Verder ging de val van de olieprijzen onverminderd voort.
De Dow-Jonesindex eindigde 2,4 procent lager op 15.988,08 punten. De brede &P 500 verloor 2,2 procent tot 1880,29 punten, waarmee het laagste niveau sinds afgelopen zomer werd bereikt. De technologiebeurs Nasdaq daalde 2,7 procent tot 4488,42 punten.
Intel was een grote verliezer op Wall Street met een min van ruim 9 procent. ’s Werelds grootste halfgeleiderfabrikant publiceerde donderdag nabeurs teleurstellende vooruitzichten. Het bedrijf heeft last van de aanhoudend afzwakkende vraag naar pc’s. Branchegenoot Advanced Micro Devices (AMD) moest een verlies slikken van 8,4 procent.
Ook andere technologiefondsen hadden het moeilijk. Zo verloor Apple 2,5 procent en computerfabrikant Hewlett-Packard (HP) ging 4,8 procent omlaag.
Daling olieprijzen
De olieprijzen zakten door zorgen over de Chinese economie en het overaanbod naar de laagste niveaus in twaalf jaar. De prijs van Amerikaanse olie daalde 4,9 procent tot 29,67 dollar per vat en Brentolie werd 5,5 procent goedkoper op 29,18 dollar. Olieconcern ExxonMobil leverde 2 procent in en Chevron zakte 2,1 procent.
Banken stonden ook in de belangstelling. Goldman Sachs verloor 3,6 procent nadat het bekendmaakte een schikking te hebben getroffen rond de verkoop van hypotheekbeleggingen in aanloop naar de financiële crisis van 2008. Die haalt 1,5 miljard dollar af van de winst in het vierde kwartaal. Citigroup en Wells Fargo verloren tot 6,4 procent.
Wal-Mart sluit winkels
Supermarktconcern Wal-Mart (min 1,8 procent) kondigde aan honderden winkels te gaan sluiten in de Verenigde Staten en Zuid-Amerika omdat ze niet goed genoeg lopen. Daardoor verdwijnen 16.000 banen bij Wal-Mart.
De Amerikaanse overheid meldde dat de industriële productie in december met 0,4 procent is gedaald. Verder gingen de Amerikaanse winkelverkopen vorige maand omlaag. Wel kwam een iets beter dan verwacht cijfer over het consumentenvertrouwen naar buiten.
De euro was 1,0920 dollar waard, tegen 1,0953 dollar bij het Europese slot.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl